SV | En zij sloegen hem, en zijn zonen, en al zijn volk, alzo dat hem niemand overbleef; en zij namen zijn land in erfelijke bezitting. |
WLC | וַיַּכּ֨וּ אֹתֹ֤ו וְאֶת־בָּנָיו֙ וְאֶת־כָּל־עַמֹּ֔ו עַד־בִּלְתִּ֥י הִשְׁאִֽיר־לֹ֖ו שָׂרִ֑יד וַיִּֽירְשׁ֖וּ אֶת־אַרְצֹֽו׃ |
En zij sloegen hem, en zijn zonen, en al zijn volk, alzo dat hem niemand overbleef; en zij namen zijn land in erfelijke bezitting.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij sloegen hem, en zijn zonen, en al zijn volk, alzo dat hem niemand overbleef; en zij namen zijn land in erfelijke bezitting.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!